Locatie

Rotterdam

Hoofdcategorie

Gebieden en structuren

Subcategorie

Beeldbepalende objecten
Cultuurhistorisch gebiedsonderzoek

Uitvoeringsjaar

2018-2019

Opdrachtgever

Gemeente Rotterdam, Stadsontwikkeling, Bureau Monumenten & Cultuurhistorie

Projectteam

Marcel van Winsen, Hugo van Velzen, Maurice Moerland, Maartje Franse, Lukai van Dam

In samenwerking met

Museum Oud Overschie

Hoogheemraadschap Delfland

De Schie in de richting van Delft

Bron: Contrei

Schiezone-Noord is het Rotterdamse gedeelte van Midden-Delftland, een waardevol polderlandschap ter weerszijde van de Schie, dat al sinds de jaren ’50 van de 20e eeuw verschillende vormen van landschappelijke bescherming heeft gekregen. Het wordt gekenmerkt door prachtige veenpolders in een zogenaamd ‘inversielandschap’ – waar de soms millennia oude kreekruggen boven het ingeklonken veen uitsteken. Langs de in de middeleeuwen gegraven Schie staan boerderijen en zijn vanaf de 17e eeuw landgoederen gesticht, waar er enkele bewaard van zijn gebleven. Zweth en Kandelaar zijn eeuwenoude gehuchten met een nog sterk historisch karakter.

De gemeente Rotterdam vroeg ons de cultuurhistorische waarden in het gebied te onderzoeken en panden te selecteren als beeldbepalend of monumentaal, ten behoeve van een nieuw bestemmingsplan.

Het gebied kent een uiterst lange bewoningsgeschiedenis: de eerste tekenen van bewoning dateren van zo’n 5000 jaar terug (‘Vlaardingencultuur’). In de duizenden jaren daarna tot aan de Volle Middeleeuwen bleef het gebied een moerassig krekenlandschap dat regelmatig overstroomde door de zee, en bij lagere zeespiegels weer verveende. Dit continue proces van opeenvolgende trans- en regressie heeft een uiterst boeiend inversielandschap achtergelaten met kreekruggen waarop tijdens de eerste systematische ontginningen vanaf de 10e eeuw de boerderijen werden gevestigd. In het kader van de Middeleeuwse ‘Grote Ontginning’ werd het dorp Skie (later Overschie) een parochie voor het omliggende gebied. Behalve op de kreekruggen werden de boerderijen langs de ontginningsassen van de polders gebouwd. Vanaf de Late Middeleeuwen tot ver in de zestiende eeuw was er sprake van inklinking van het veen, waardoor beweiding en veeteelt toenam, er nieuwe vaarten werden gegraven en vele molens werden gebouwd. Het gebied lag uiterst gunstig temidden van de grote steden Rotterdam, Schiedam, Delft, Den Haag en Gouda en dat was merkbaar aan drie ontwikkelingen die hun sporen in de geschiedenis van het gebied hebben nagelaten: de vervening van de grond, de vestiging van landgoederen langs de Schie en het droogmalen van de veenplassen in 18e en 19e-eeuw.  Het resultaat is een boeiende menging van middeleeuwse inversiepolders met kreekruggen naast 18e en 19e eeuwse droogmakerijen, in combinatie met de van oorsprong middeleeuwse Delftse Schie met zijn historische landgoederen, historische boerderijen en gehuchten.

Naast de waardevolle landschappelijke structuren die we in de waardenkaart opgenomen hebben, is in het rapport aandacht besteed aan de boerderijtypologie van de Zuid-Hollandse en Midden-Delflandse melkveeboerderijen, inclusief de specifieke erfstructuren. Ook het landgoed De Tempel – ooit in de zeventiende eeuw eigendom van Johan Van Oldenbarneveldt – en het naastgelegen jongere landgoed Nieuw Rhodenrijs zijn in de rapportage beschreven.

Het onderzoek heeft enkele nieuwe inzichten opgeleverd, zoals die over de loop van de oorspronkelijke Schie. Deze waterloop had waarschijnlijk zijn oorsprong in de richting van de Bergse Achterplas in Hillegersberg en Schiebroek, en is tussen Kandelaar en Delft waarschijnlijk gegraven!

Wij hebben voor dit onderzoek dieper kunnen graven dan in veel andere gebieden, omdat het historisch kaartmateriaal zo overvloedig en gedetailleerd was, ook vóór de 19e eeuw. Het hoogheemraadschap Delfland, met een zeer rijk archief, heeft ons bij het onderzoek terzijde gestaan, net als Museum Oud Overschie.

Het onderzoek is uitgevoerd in deelgebieden, en ook de aanbevelingen voor behoud, herstel en transformatie zijn per deelgebied geordend. Door de gemeente Rotterdam wordt het document gebruikt om dit kwetsbare gebied te kunnen beschermen en aantrekkelijker te maken voor recreatie, als uitloopgebied de van noordflank van de stad.

Tot woning verbouwde Zuydmolen, 1937.

Bron: Stadsarchief Rotterdam

Landgoed De Tempel vanaf de Schiezijde, situatie 1999

Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

De mogelijk in de zestiende eeuw gegraven Verlaatsloot met historische boerderijplaats

Bron: Contrei

Verveningskaart op basis van de kadastrale minuut 1832

Bron: Contrei

De Zweth vanuit het noorden

Bron: Contrei