Hoofdcategorie
Gebieden en structuren
Subcategorie
Cultuurhistorisch gebiedsonderzoek
Transformatie-opgaven en inpassingsstudies
Uitvoeringsjaar
2024
Opdrachtgever
Woningstichting Ons Doel
Projectteam
Hugo van Velzen, Marcel van Winsen, Sanne van Drenth, Fieke de Groot
In samenwerking met
Noor Mens
Woningstichting Ons Doel gaf ons bureau in mei 2024 opdracht voor het doen van een cultuurhistorisch onderzoek naar de Fonteinbuurt. De staat van de huidige woningen vraagt om vervanging, maar de woningstichting voelde ook aan dat de buurt een bijzondere en gewaardeerde woonomgeving is. Dat verwondert niets. De Fonteinbuurt is iets na het eerste kwart van de twintigste eeuw gebouwd, een periode die in het teken stond van het verbeteren van de volkshuisvesting en stedenbouwkundigen en architecten zich lieten inspireren door de tuinstadgedachte. En dat is te zien! Wie de Fonteinbuurt inloopt herkent het buurtje gelijk aan zijn brede straten en lage woningen. De hoekwoningen kijken je aan met hun opgetrokken wenkbrauwen. Het is er gemoedelijk en rustig – ingepakt tussen de drukte van de historische Herenstraat en de Lammenschansweg, iets ten zuiden van de singels van Leiden.
De buurt werd ontworpen door Cornelis Ponsen (1897-1974), een jonge Leidse architect die betrokken was bij Ons Doel en zich vol enthousiasme op de Fonteinbuurt stortte. In zijn vele voorstudies is een zoektocht naar de ruimte te zien. Op de tekeningen zien we dat hij nieuwe straten introduceerde om alle beneden-bovenwoningen kwijt te kunnen – het waren tijden waarin bezuinigd moest worden op de volkswoningbouw. Maar gaandeweg kregen Ponsen en Ons Doel de overtuiging: dan maar minder woningen, maar méér groen.
Ponsen ontwierp de woningen in twee stedenbouwkundige modellen: rechte straten met semi-gesloten bouwblokken en een herinterpretatie van de hof, waarbij twee gespiegelde U-blokken zich naar elkaar openen. De openbare ruimte werd niet alleen voorzien van een hof en een plantsoen, maar ook van bomenrijen en de woningen kregen gemetselde tuinmuren. Enkele binnenterreinen kregen een bijzonder grote maat, en die vulde Ponsen in met een dubbele rij achtertuinen. De woningen mochten dan wel klein zijn, maar iedere bewoner beschikte over een ingang aan de straat en een eigen stukje achtertuin! Waardig wonen voor de arbeider, was het idee.
De gevels blijven ons intrigeren. Ondanks de nodige renovatie halverwege de jaren zeventig, waarbij kenmerkende elementen in de architectuur verloren zijn gegaan, staat het principe van Ponsen’s Zakelijk Expressionistische ontwerp nog overeind. Hij voorzag de woningen van een serieuze, haast fronsende blik, door de woningen zo te organiseren dat de entreepartijen geclusterd waren en zich presenteerde als één sculpturaal geheel. De woningen kregen daardoor een warm welkom-gevoel. Door verdere bezuinigingen in de tweede fase van de wijk moest hij een deel van zijn vormgevingsprincipes los laten. De kracht van het doorontwerpen tot het laatste schaalniveau wordt hier dan ook goed (maar pijnlijk) duidelijk.
Het onderzoek is uitgevoerd in nauwe samenwerking met architectuurhistoricus Noor Mens. Het is een rijkelijk geïllustreerd document geworden met een wijkbiografie en ruimtelijke analyse van de Fonteinbuurt. Daarnaast is advisering voor de toekomstige omgang met de buurt opgenomen. Kenmerkende karakteristieke elementen zijn daarin benoemd als uitgangspunt voor stedenbouw, architectuur en openbare ruimte.