Locatie

Rotterdam-Kralingen

Hoofdcategorie

Gebouwen en complexen

Subcategorie

Bouwhistorisch onderzoek
Onderhoud, hergebruik en ontwikkeling

Uitvoeringsjaar

2020-2021

Opdrachtgever

fam. Schieven

Projectteam

Hugo van Velzen, Marcel van Winsen, Maurice Moerland, Pieter Waijer

In samenwerking met

BroekBakema architecten

Het Oude Slot, voorgevel

Bron: Contrei

De familie Schieven vroeg ons bureau in 2020 een bouwhistorisch onderzoek uit te voeren naar het rijksmonument Slotlaan 29 Rotterdam-Kralingen, ten behoeve van verbouw (o.l.v. BroekBakema architecten). Het monumentale pand bijgenaamd ‘Het Oude Slot’ is bijzonder gesitueerd aan de representatieve vijver in villapark Honingen (beschermd stadsgezicht), naast een ‘zusterpand’, bijgenaamd ‘Het Nieuwe Slot’. Beide panden zijn in hoofdvorm min of meer gelijk, maar in gevelarchitectuur verschillend. Het Oude Slot is eclectisch met klassieke elementen, terwijl het Nieuwe Slot vooral neoclassicistisch is.

Literatuur- en archiefonderzoek toonde aan dat de panden gebouwd zijn op de locatie van het voormalige Slot Honingen dat hier in verschillende gedaantes sinds het begin van de dertiende eeuw stond en dat lange tijd in bezit geweest is van de heren van Cralingen. Dit slot werd in 1672 gesloopt en de grond is sindsdien als boerenland gebruikt, tot het moment dat het Oude en Nieuwe Slot rond 1880 werden gebouwd. Initiatiefnemer was de van oorsprong Brabantse smit Ludovicus Hubertus Beijsens (1829-1916), die vanaf 1856 gevestigd was in Rotterdam. Hij ontwikkelde zich tot succesvol bouwondernemer/projectontwikkelaar en realiseerde – financieel gesteund door de eigenaren van de nabije buitenplaatsen Trompenburg en Woudestein – vanaf 1870 het luxe villapark Honingen. Hij maakte gebruik van de bestaande land- en waterstructuren, waaronder een wiel (een door een dijkbreuk in de Oostzeedijk ontstane plas), die werd omgevormd tot de nog bestaande Slotvijver. Beijsens bouwde het Oude Slot voor zijn gezin en zette vanuit de monumentale huis de ontwikkeling van het villapark voort. Het Oude en het Nieuwe Slot, werden voorzien van voorname eclectische gevels, vermoedelijk naar ontwerp van Beijsens zelf. Ons onderzoek toonde aan dat het Nieuwe Slot in 1910 verbouwd moet zijn geweest door architectenbureau C. Bruijnzeel & Zonen, waarbij de voorgevel gewijzigd werd naar neoclassicistische snit en de buurpanden zo van elkaar gingen verschillen.

Een interessante gebruiksfase van het Oude Slot betrof de bewoning van 1906 tot 1936 door de familie Vaes. Johannes Gerardus Vaes (1871 – 1940) was margarinefabrikant en eindigde als directeur van het internationale concern Unilever. Afgaande op familiefoto’s in het stadsarchief had de familie begin twintigste eeuw meerdere interieurverbouwingen op zijn naam staan, in de toen populaire Wiener Sezession en Heroriëntatiestijl. In de eetkamer en werkvertrekken zijn van deze verbouwingen nog sporen overgebleven. Ook (een deel van ) de keukeninrichting stamt uit deze periode. In de gang (en eetkamer, daar echter overschilderd) werd met wandschilderingen het interieur verluchtigd. Op de slaapverdieping resteert nog interessant art-deco tegelwerk in de badkamer. Na de familie Vaes werd het herenhuis van 1936 tot 1986 gebruikt als rusthuis voor ouderen. De verbouwingen uit deze periode hebben minder interessante bouwhistorische waarden opgeleverd.

Ons onderzoek vormde de leidraad bij de grondige restauratie van het pand tot representatief woonhuis voor de familie. Het uurwerk in het fronton van de gevel is daarbij volledig werkend teruggerestaureerd!

Centrale gang begane grond en keuken

Bron: Contrei

Familie Vaes in de auto, ca. 1908

Bron: Stadsarchief Rotterdam

Rooksalon

Bron: Contrei

Decoratief schilderwerk in de gang

Bron: Contrei